De officiële fusie (of annexatie, net hoe je het noemen wilt) heeft nog niet tot sportieve successen geleid. In de KNSB competitie staat het 1e troosteloos met nul punten onderaan en het NHSB team wist 2x niet verder te komen dan 4-4. Er lijkt wel een vloek te rusten op de naam ’t Saense Paard, wat nou ook niet echt het toonbeeld is van creativiteit.
De derby tegen Krommenie moest dan maar voor de ommekeer gaan zorgen. Het hoogtepunt van de avond lag, hoe kan het ook anders met René Hennipman als wedstrijdleider, voor aanvang van de partijen. In een mooie speech heette hij de gasten welkom en stelde zichzelf gezien de opstellingen terecht de vraag wie er nou eigenlijk thuis speelde. De meerderheid van de spelers van Krommenie heeft een verleden bij ZSC-Saende dan wel het Witte Paard. Ik voel nog een fusie aankomen.
Dan de wedstrijd. Met zoveel coryfeeën aan de aftrap was het geen verrassing dat we een aantal interessante affiches voorgeschoteld kregen. Meest in het oog sprongen de clashes tussen meervoudig clubkampioenen Cor van Dongen en Chris de Saegher en die tussen de schaakvrienden Hans Galjé en André Breedveld.
Toen ik om kwart voor negen mijn eerste rondje langs de borden deed was er eigenlijk nog niet zoveel te zeggen. Robin Mandersloot speelde op het staartbord tegen Erik Breedveld (aanvoerder van het roemruchte Zilvermeeuwenschakersvoetbalteam). Robin had wat ruimtevoordeel wat hij verder probeerde uit te breiden met de centrumopmars e4-e5. De zwarte stelling oogde echter nog wel solide. Onze dokter Erik Lust (last minute geregeld door ondergetekende) speelde tegen invaller Philip Schroevers, ook iemand met verleden bij het Witte Paard. Ik aanschouwde een rustige opstelling van wit en het leek me dat zwart gelijkspel had behaald. Alle stukken stonden nog op het bord dus de eigenlijke partij moest nog beginnen.
Frank Tijdeman speelde tegen clubgenoot Jaap de Berg. Frank offerde thematisch zijn pion op d4 voor ontwikkelingsvoorsprong. Het leek mij nog allemaal theorie. De stelling van Remco van der Meer (tegen Simon Groot) snapte ik niet. Meestal is dat een goed teken en ik had er vertrouwen in. Dan de strijd tussen de twee goede vrienden: Hans tegen André. Laatstgenoemde sprak ik even bij de bar en hij was niet geheel tevreden over z’n opening en vreesde dat Hans het beter kende. Nico Hoeve, ons nieuwe ratingkanon, had een Franse doorschuifstructuur tegen Paul Lieverst. Leek nog allemaal volgens de boekjes te gaan met paardmanoeuvres Pb1-a3-c2 en Pg8-h6-f5. De match der clubkampioen zag een vreemde Benoni waarbij zwart veel tijd gebruikte om zijn zwartveldige loper tegen een wit paard te ruilen. Leek me prettiger voor Chris maar dat zegt helemaal niets tegen de altijd gevaarlijke Cor. Onze kopman Manuel Bosboom speelde tegen Jan Grin zijn favoriete Konings-Indisch. Een opening die altijd garant staat voor een interessante partij.
Om tien uur was er een partij afgelopen. Erik kreeg een stuk en daarmee de partij cadeau. Het bleek een goede zet van ad interim teamleider om hem op te stellen. Robin stond nog steeds prettiger vanwege een betere ontwikkeling van de stukken maar het zwarte verzet was nog lang niet gebroken. Het voordeel van Frank leek me van gelijke aard. De centrumpionnen waren verdwenen en wit had een betere ontwikkeling en coördinatie. Remco was inmiddels in een eindspel beland. Beide partijen hadden twee torens en een paard en een sloot pionnen. De remisemarge leek me groot hoewel wit kon bogen op de betere structuur. De stelling bij Hans was inmiddels vrij complex geworden maar Hans zat duidelijk in de driver’s seat . Nico had z’n tegenstander aardig onder druk gebracht met een initiatief op de koningsvleugel (tegenovergestelde rokades). Zijn tegenstander zag zich genoodzaakt een toren te geven voor de sterke loper op b7. Het zag er goed uit. Manuel had inmiddels met d6-d5 een centrumpion geofferd voor open lijnen voor zijn torens en lopers. Meer dan genoeg compensatie volgens mij en praktisch echt vreselijk om te spelen voor wit.
Opeens ging het snel. Zowel Frank als Robin konden hun iets prettigere stelling niet omzetten in winst en moesten in remise berusten. Remco verslikte zich alsnog in het eindspel wat de stand op de laagste borden op 2-2 bracht. Op de topborden sloeg ’t Saense Paard (ik krijg het amper m’n vingers uit) echter genadeloos toe. Hans won met een loperoffer op f7 op zet 17 na onvoorzichtig spel van zwart. Het offer had waarschijnlijk eerder gekund maar op het moment in de partij was het zeker genoeg voor de winst. Nico gebruikte zijn materiaalvoordeel (kwaliteit) volledig en wist met dame en toren op de onderste rij beslissend binnen te dringen. Hij moest voorzichtig spelen want zijn koning was ook niet helemaal veilig, ik denk dat hij echt een goede partij heeft gespeeld. Chris wist zijn positionele plus te verzilveren en gaf zwart geen kans op tegenspel. Op het eerste bord werd de activiteit van zwarts stukken wit te veel en Manuel won in de aanval. 4-0 op de topborden en dus een 6-2 eindstand. Eindelijke weer een beetje kleur op de wangen voor onze club!
Ik ben eigenlijk vergeten het wedstrijdformulier te tekenen maar ik zie dat alles is goed gekomen aangezien de uitslag op de nhsb-site is terug te lezen. Ik was onderweg naar de stad om de dokter te zoeken maar mijn fiets ging heel verstandig de oostzijde in. Op de foto hieronder zie je hoe iedereen aandachtig naar de wedstrijdleider luistert.